Informatiebulletin no. 59/I-net 47 <februari 2022> |
Internet |
|
Het gemeentebestuur heeft de door de rechtbank opgelegde beslistermijn laten verlopen en verzuimt een nieuw besluit mede te delen. De SHEV heeft intussen B & W hiervoor in gebreke gesteld en overweegt opnieuw naar de bestuursrechter te stappen. Intussen zijn de restauratiewerkzaamheden aan de toren gestart.
Gezicht op de Jozeftoren van |
Monument in zicht
Toen op 20 september 1996 - tijdens de presentatie van het boekwerkje 'Monumenten in Veldhoven', in een
vergaderzaaltje in het Rabobankkantoor aan de Burgemeester van Hoofflaan - het toekomstig monumentbestand
van huidig Veldhoven ter sprake kwam, wees de auteur van het monumentenboek naar het uitzicht
dat de aanwezigen hadden op de toren van de Jozefkerk en bedacht de titel zicht op een monument voor de
toekomst. Met zijn 34-jarig bestaan was deze kerktoren destijds reeds een aansprekend bouwwerk van een
kantelpunt in de ontwikkeling van de gemeente.
... Site Erfgoedje is verhuisd!
Beste gebruiker van de internetsite ´Erfgoedje´:
Voortaan zijn wij te vinden op de site van SHEV, dat staat voor Stichting Historisch
Erfgoed Veldhoven. Deze site is dus voortaan voor volwassenen en kinderen!
Wel moet je de verwijzing naar de site van Erfgoedje even aanpassen, want op dit adres vind je
ons vanaf 2022 niet meer. Weet je niet hoe dit moet? Vraag even of iemand je daarbij helpen kan.
Ons nieuwe adres is: https://shev.dse.nl daarna klik op afbeelding Erfgoedje
Wie in Zandoerle komt - een buurtschap van het kerkdorp Oerle in de gemeente Veldhoven - zal ogenblikkelijk een witgeschilderde kapel ontwaren, die in het midden aan een eeuwenoud marktveld met lindebomen staat. Dit gebedshuisje is toegewijd aan Onze Lieve Vrouw van 't Zand, en er is geen legende aan verbonden. De kapel is eigenhandig en uit eigen middelen door de bewoners van de buurtschap in 1817 gebouwd. Volgens oud gebruik wordt er enkele malen per week de rozenkrans gebeden. Het perceel met 'getimmerte', waarop de kapel staat, wordt door inwoners van Zandoerle in 1768 gekocht en op naam gezet van 'de roomsche gemeente van Santoerle'.1 Ook in 1832, bij de invoering van het Kadaster, staat dit perceel op naam van 'de Roomsche gemeente van Zand Oerle'.2 Op 21 november 1966 wordt de kapel als Rijksmonument bijgeschreven in het Register van Beschermde Monumenten, onder nummer 37050. In de totstandkoming en instandhouding van de kapel zit de door de historie gevormde identiteit van het 'Zandoerse eigene' opgesloten. Het bindmiddel van de enigszins op zichzelf staande gemeenschap is de niet te vatten herinnering aan de verloren tijd die terugvoert tot het eind van het eerste millennium.
Van oudsher is er in het kerkdorp Oerle sprake van twee bijzondere buurtschappen, te weten Kerkoerle, en het op circa
1 kilometer zuidwestelijk hiervan gelegen Zandoerle, dat zijn onderscheidende naam krijgt vanwege zijn schrale en
onvruchtbare zandgrond, terwijl Kerkoerle zijn naam ontleent aan het kerkgebouw dat een (Frankische) grondheer er
sticht in de 10e-11e (mogelijk reeds in de 8e eeuw).3
Vóór de stichting van het kerkgebouw is het centrum van Oerle gesitueerd op de plek die wij nu Zandoerle noemen.
Naar het gevoelen van de inwoners is de plaats van het kerkgebouw het centrum van het dorp, waarbij vooral de
combinatie van kerkgebouw plus pastorie en kerkhof 'dorp vormend' werkt.4
Hierdoor verliest het oorspronkelijke centrum van Oerle zijn status en wordt het gezien als een buurtschap/gehucht, en
het krijgt de naam Zandoerle, dit als tegenhanger van Kerkoerle.
Achteraf gezien hebben de bewoners van Zandoerle in het ontstaansproces van de centrumfunctie de boot gemist. Op
Zandoerle heeft nooit een parochiekerk gestaan; de inwoners van Zandoerle hoorden bij de parochie Sint Jan de Doper
Oerle.
[Er zijn echter sterke aanwijzingen dat de Zandoerlenaren een zekere tegenzin hadden te kerken in Kerkoerle; bij
voorkeur bezochten zij (tot de confiscatie van 1648) de parochiekerk van het naburige Wintelre, die in de Kerkhei
stond, nabij het beekje de Bruggenrijt op de grens met Oerle. Heden ten dage loopt er nog een weg van Zandoerle naar
deze kerklocatie, de Wintelrese dijk genoemd.]
Wanneer in 1648 de opstand van de Noordelijke Nederlanden tegen de Spaanse koning eindelijk wordt beëindigd met
de Vrede van Munster, heeft dit verreikende gevolgen voor het katholieke bevolkingsdeel in de Brabantse en Limburgse
gebieden van Nederland die op de Spanjaarden zijn veroverd.
Roephoorn, waarmee de Zandoerlenaren vroeger werden |
Het beleid van de overheid staat het bestaan van schuilkerken oogluikend toe (gedoogbeleid zouden wij tegenwoordig zeggen). Dit gedogen is echter niet vrijblijvend. Voor het gebruik van een schuurkerk worden de katholieken aangeslagen met een speciale belasting, recognitie genoemd (= een bedrag dat op gezette tijden moet worden betaald voor erkenning en het recht op gebruik). Omdat Oerle over twee schuurkerken beschikt krijgt de parochie een dubbele aanslag opgelegd. Oerle heeft in die tijd een pastoor die door de overheid wordt gedoogd. De pastoor weigert echter de tweevoudige aanslag te betalen en hij vindt dat de Zandoerlenaren maar naar 'zijn' kerk in Kerkoerle moeten komen. Na hevig verzet tegen de mening van de pastoor en niet bereid zijnde hun deel te betalen, zien de Zandoerlenaren zich genoodzaakt hun kerk te sluiten, wat op 23 november 1734 ook gebeurt.
In 1768 overlijdt de weduwe Sledde, eigenaresse van het huis, waarin de Zandoerlenaren nog steeds heimelijk hun
erediensten houden, en de erfgenamen zijn bereid de woning met erf te verkopen. In de akte van overdracht treedt
Fransis Haaglars op als 'roomsche kerckmeester van Santoerle' en hij ondertekent de koopakte ten behoeve van 'de
roomsche gemeente van Santoerle'.5
Ten gevolge van de Franse Revolutie (1794/1795) verschijnen er nieuwe wetten op allerlei terreinen.
Zo komt er onder meer een einde aan de discriminatie van de rooms-katholieken, die al snel hun vroegere kerkgebouwen opeisen. 1 mei
1798 treedt er een wettelijke regeling in werking, die aan het grootste godsdienstige genootschap in een plaats de
gelegenheid biedt de parochiekerk en de pastorie - onder uitkering van een evenredige vergoeding aan de minderheid -
te naasten (= in bezit nemen). Nadat de Oerlese bestuurders in sneltreinvaart de procedure hebben doorlopen, komen de
parochianen voor het eerst na 150 jaar, te weten op 6 juli 1798, weer in het bezit van hun oude parochiekerk. In
december 1803 wenst de pastoor dat de Zandoerlenaren hun rechten op een eigen kerk en eigen kerkgoederen opgeven.
Zij weigeren dit, maar ze zijn wel bereid de kerkgoederen over te dragen, op voorwaarde dat de pastoor de H. Missen
komt opdragen in hun schuurkerk. De tegenstellingen in deze zaak lopen hoog op. Pastoor Godefridus van Herck start
een onderzoek naar de tenaamstelling van het kerkperceel op Zandoerle en hij vraagt een afschrift van de koopakte bij
de plaatselijke schepenbank. Vervolgens gaat hij bij de vicaris van het bisdom te rade hoe te handelen in deze zaak. (De
Zandoerlenaren laten zich intussen adviseren door een advocaat.) Van Herck schrijft aan het bisdom dat de
Zandoerlenaren in de mening verkeren dat de schuurkerk alleen aan hen toekomt. Na onderzoek van de kwestie komt de
vicaris tot de conclusie dat de Zandoerlenaren hun kerk 'wettelijk hebben verkregen', omdat het stuk erf met huis is
getransporteerd ten behoeve van den Roomsche Kerckmeester van Zand-Oerle en zulks ten behoeve van de Roomsche
gemeente van Zand-Oerle. Voorts is hij van mening dat men niet veel goeds kan verwachten van een gerechtelijke
procedure om een nagenoeg onbeduidend strooikerkje met enige meubelen. Onze gezworen vijanden (de protestanten-
JB) zullen, aldus de vicaris, niets liever doen dan geschillen tussen roomsen en roomsen aankweken. Tot slot geeft hij
de pastoor in overweging om de onderhorigen van Zandoerle voor te stellen om - met behoud van hun recht - de
kerkgoederen naar de hoofdkerk over te brengen en zijnerzijds het afbreken van de schuurkerk te laten rusten.
Wanneer de pastoor op de preekstoel meedeelt niet meer te zullen spreken over afbraak van de schuurkerk zijn de
Zandoerlenaren bereid na inventarisatie hun kerkgoederen (altaarvaten, kazuifels, linnen en kandelaren) aan de
parochiekerk over te dragen, wat op 23 april 1803 geschiedt.6
Na een periode van 'rust' verzoeken de ingezetenen van Zandoerle op 21 in augustus 1817 de vicaris van het bisdom of zij het restant van de schuurkerk af mogen breken om op die plaats - met hergebruik van het afbraakmateriaal - een kapel te bouwen, waar zij volgens oud gebruik bij sterfgevallen kunnen bidden voor de zielenrust van de overledenen en om er van tijd tot tijd tegen de avond gezamenlijk de rozenkrans te kunnen bidden. Dit wordt toegestaan, op voorwaarde dat de pastoor er voor moet waken dat er nooit of te nimmer een H. Mis in de kapel zal worden gelezen. | |
Gekroonde staakmadonna van O.-L.-Vr. van 't Zand. |
Voor het beheer van de buurtkapel is geen op papier bestuurs- of beheersstatuut opgesteld: alles berust op gewoontes
en mondelinge afspraken. Dit roept een heel bijzondere situatie op: verhuist een omwonende, dan raakt hij of zij het
medezeggenschap en mede-eigenaarschap van de kapel kwijt; bij vestiging op Zandoerle wordt de nieuwkomer
automatisch mede-eigenaar. Het onderhoud van de kapel geschiedt door de omwonenden in de vorm van
zelfwerkzaamheid en met behulp van eigen middelen (bouwmaterialen en betalingen): inkomsten worden verkregen uit
de opbrengst van de verkoop van kaarsen.
De overheid, de overheidsinstanties en de toeleveringsbedrijven adresseren hun correspondentie, rekeningen en bestellingen
aan het adres van een omwonende aan het marktveld (doorgaans het adres waar ook de sleutel van de kapel
wordt bewaard en van waaruit het onderhoud wordt geregeld).
Meerdere malen zijn herstelwerkzaamheden uitgevoerd. De bepleistering van de voorgevel in blokverband is zeer
Kapel omstreeks 1950. |
Kapel omstreeks 1960.
22 april 2010 passeert de akte van oprichting van de 'Stichting Vrienden van de Mariakapel van Zandoerle'. Deze
stichting is opgericht met het nobele doel zich in te zetten voor het behoud van de kapel.
Gezicht op de noordgevel in 1995. |
In 2016 worden er grote restauratie- en onderhoudswerken aan de kapel uitgevoerd: zo worden de scheuren in de
fundering en in de muren weggewerkt, de binnenmuren gestukadoord, de verflagen van de buitenmuren verwijderd
(zodat het metselwerk weer in het zicht komt), het plafond vernieuwd en het stucwerk van de voorgevel gerepareerd en
opnieuw geschilderd. Ook nu worden de restauratiewerken deels door zelfwerkzaamheid (en deels door een
bouwbedrijf) uitgevoerd (en wordt alles uit eigen middelen bekostigd).
Vanwege deze werkzaamheden verhuist het Maria-met-Kind beeldje naar een onderkomen naast de kapel.
Vrijdag 22 juli 2016 is het karwei tot aller tevredenheid geklaard en kan de kapel feestelijk worden heropend. Erecelebrant
in de openluchtmis is de bisschop van Den Bosch, Mgr. G. de Korte. Onder de vele aanwezigen bevinden zich
ook de gilden van Knegsel, Wintelre en Oerle en zij brengen na afloop een vendelgroet. Ter afsluiting trakteren de
Vrienden op een consumptie.
Kapel aan het marktveld van Zandoerle anno 2021.