Informatiebulletin no. 27/I-net 15 <juli 2006> |
Internet |
|
Informatie over historisch interessante onderwerpen in de openbare ruimte van Veldhoven wordt onder
meer gegeven door middel van zogenoemde monumentenbordjes en -panelen die op of nabij bepaalde
historisch waardevolle gebouwen zijn geplaatst, alsook bij natuurlijke en cultuurhistorische objecten en
lokaties van betekenis. |
|
Steeds blijkt dat deze vorm van informatie niet alleen door toeristen, maar zeker ook door de eigen
bevolking zeer wordt gewaardeerd. | |
Het paneel (1 x 1,3 m) op het marktveld van Zandoerle verhaalt over de oudheid- en volkskundige waarde (bebouwing en vrijheidszegel) en over de prehistorische grafvelden van Toterfout en Halfmijl. (foto: H. Keeris, SHEV) |
Woonboerderij Kruisstraat 47. (foto: Frans Feijen, SHEV) |
Het Veldhovens boerderijenbestand uit begin 2006 is vergeleken met een inventarisatie uit 1981. Het betreft
panden met een cultuurhistorische waarde, waarvan de bouwtijd ligt tussen circa 1800 en 1910. Van de 41
agrarische behuizingen uit 1981 bleken er bij de momentopname uit 2006 vier niet meer aanwezig, tien
gesloopt of vervangen door andersoortige bebouwing en vier leegstaand (waarvan twee te koop);
van de overige zijn er 23 in gebruik als woonboerderij en één als museum.
Van de negen boerderijen met de status Rijksmonument heeft men er na 1981 twee van de Rijkslijst afgevoerd
en één aan deze categorie toegevoegd.
De resultaten van het vergelijkend onderzoek zijn overgedragen aan de Boerderijenstichting Noord-Brabant,
die de gegevens zal verwerken in een provinciaal overzicht.
Veldhoven telt nog enkele authentiek ogende boerderijen; wegens bedrijfsbeëindiging is er niet één meer
overeenkomstig haar oorspronkelijke bestemming in gebruik.
|
|||
|
Onlangs werd door de SHEV een project betreffende een inventarisatie van grafmonumenten in
Veldhoven afgesloten door middel van de uitgave van een rapport, genaamd Inventarisatie kerkhoven en
begraafplaatsen in Veldhoven. Het onderzoek werd uitgevoerd door Frans van Rooij en Jacq. Bijnen.
In het parochiecentrum in de St.-Caecilakerk werden de eerste exemplaren van deze rapportage
uitgereikt aan de wethouder voor monumentenbeleid van de gemeente Veldhoven, de heer P.J.M. van de
Looij, en aan de vertegenwoordigers van de parochiebesturen.
De 59 pagina's tellende inventaris (A4) is verkrijgbaar à € 11,95 bij de Veldhovense boekhandels.
Geïnventariseerd werden de kerkhoven Zeelst (thans parochie Christus Hovenier), Oerle (thans parochie
Heilige Drie-eenheid), Veldhoven(-dorp) (thans parochie Heilige Drie-eenheid), Meerveldhoven
(Lambertusparochie) en de gemeentelijke begraafplaats De Hoge Boght.
In het bijzonder werden graftekens (zerken, tombes, kruisen, et cetera) beoordeeld, die vanwege hun vorm,
materiaalgebruik en/of (cultuur)historische waarde - op termijn - kunnen worden uitgekozen voor plaatsing op
een lijst van beschermde monumenten.
met dank aan: |
Het paneel van de kleine foto-wisselexpositie Venster op Veldhoven in de Openbare Bibliotheek toont
waardevolle bovenlichten en ramen (in vestibules) met gebrandschilderde voorstellingen in glas-in-lood.
Mevrouw Sonja Vinkenborg-Strube heeft haar verzameling foto's en negatieven (circa 500 stuks) aan de SHEV geschonken. Het betreft opnamen (met veel bijzonderheden) van gebouwen en straatbeelden (met landelijke en sfeervolle plekjes) van Veldhoven uit de periode 1970 - 1975. Een aantal hiervan is indertijd gepubliceerd in het Veldhovens Weekblad onder de titel 'Schoon Veldhoven'.
Verlenging sponsorcontractBallast Nedam Infra Zuid Oost B.V. heeft haar sponsorovereenkomst met twee jaar verlengd. Hierdoor kan de Historische Atlas van Veldhoven (verzameling beeldmateriaal) verder worden uitgebouwd. |
Auteur dr. Lout Bots is voormalig universitair hoofddocent geschiedenis aan de Radbout Universiteit Nijmegen en bestuurslid van Stichting Historisch Erfgoed Veldhoven. |
Iemand die al wonend, wandelend of rijdend vertoeft in een moderne plaats als het Veldhoven van nu, zal niet gauw denken aan een lange geschiedenis. Veldhoven is overspoeld door nieuwbouw, wegen en bedrijfsterreinen. Het Brabants boerenlandschap is niet meer. Werkelijk oude gebouwen moet je met het vergrootglas zoeken. Van de beschermde architectuur stamt veel uit de twintigste eeuw. Toeristisch mag de gemeente, Zandoerle 'n beetje uitgezonderd, niet heten. Tóch is er een Stichting Historisch Erfgoed actief. Onder de vaak bleek ogende moderne expansie en overwoekering moeten dus oude dingen schuil gaan. Wat zou dat dan kunnen zijn? Hoever in het verleden reiken de wortels dan terug? Kost het veel moeite en vernuft om ze te vinden?
Wie goed zoekt en kijkt zal verrast raken. Immers, Veldhoven - beter gezegd: de oude kerkdorpen of dorpjes
die nu door de moderne tijd overdekt en aaneengegroeid zijn - hebben een lange bewoningsgeschiedenis achter
de rug.
Die geschiedenis was vaak rustig, betrekkelijk weinig veranderlijk, soms bewogen, en althans naar
onze huidige maatstaven zeker tot in de negentiende eeuw klein van schaal: weinig mensen, weinig huizen,
sterk ruraal gekleurd. In de hoofdstroom van de geschiedenis lagen onze contreien meestal niet. Anders is dat
geworden sinds eind negentiende-twintigste eeuw met name door de regionale industrialisatie. In lange eeuwen
dus een zijweg van de geschiedenis? Wellicht, maar aan die zijwegen hebben mensen van oudsher gewoond en
geleefd. De vier kerkdorpen Meerveldhoven, Veldhoven, Oerle en Zeelst stammen aantoonbaar uit de (vroege)
Middeleeuwen. En tot in de negentiende eeuw waren overigens stedelijke concentraties eerder regel dan
uitzondering in grote gebieden van Europa. In de Middeleeuwen en de zestiende tot en met de achttiende eeuw
zien we in het huidige Nederland en België een aanmerkelijke stedelijke ontwikkeling alleen in Vlaanderen, het
huidige Belgische Brabant alsook het gewest Holland: dus ook al in wat wij vandaag de Randstad noemen. Pas
in de twintigste eeuw wordt Veldhoven meegetrokken in de dynamiek van de Eindhovense conglomeratie. Het
resultaat dáárvan is als gezegd overal ostentatief zichtbaar.
De duik in het Veldhovense verleden gaat met de Middeleeuwen nog lang niet diep genoeg. Het gaat immers
terug tot de prehistorie, de steen- en brons- en ijzertijd. Te beginnen dus bij de oude jagersculturen (steentijd)
van 10.000 tot 8000 voor Christus, na de laatste IJstijd, en de vroege landbouwsamenlevingen (brons en ijzer)
daarna. Gevonden zijn vuursteenbijlen, begrafenisurnen en, niet te vergeten, grafheuveltjes. Deze heuveltjes
zijn wetenschappelijk van nationale en internationale betekenis. Zeg dus nooit dat Veldhoven maar een korte
geschiedenis kent of dat het oude onbeduidend is. Redenen te over dus voor een plaatselijk geschiedenisboek
dat dit alles, van zeer oud tot hypermodern, beschrijft. Zo'n boek ligt er dus nu sinds september 2005. Het is
een initiatief van genoemde stichting en het is geschreven door Jacques Bijnen, Veldhovenaar van geboorte en
voorzitter van deze stichting. De zojuist gegeven historische schets-in-notedop is uit dit boek geput.
Het telt 372 bladzijden. Niet te vergeten zijn de vele foto's, afbeeldingen en lokale plattegronden. Dit zijn niet
zomaar illustraties die de tekst verluchtigen en het lezen veraangenamen. Zij zijn noodzakelijk voor een
volledig beeld van het plaatselijke verleden. De lezer kan, bijvoorbeeld, uit de plattegrondkaartjes de
bouwingsgeschiedenis aflezen. Hij kan daarbij ontdekken, dat op de plek van zijn eigen huis of buurt er nog tot
ver in de twintigste eeuw boerenland of bos en hei of drassig land lag. Want om het aflezen van de eigen plaats
in het heden tegen het decor van het verleden, daarom draait het in wezen in veel historische interesse. In dit
opzicht dienen ook de vele foto's in het boek van situaties, gebeurtenissen en personen als herkenbare
herinneringstekens. Voor ouderen zal daar nog veel bekends bijzitten, bijvoorbeeld van het Rijke Roomse leven
van weleer. Jongeren of nog niet zó oude inwoners kunnen inkijkjes krijgen van de wereld van hun ouders of
grootouders, in de tijd eigenlijk nog niet eens zo veraf, maar qua aanzicht en mentaliteit als ware het door een
brede rivier van het heden gescheiden. Voor alle leeftijdsgroepen is het goed, dat gepasseerde tijden en oude
dingen aan de vergetelheid ontrukt worden. Het verleden blijkt dan niet grijs te zijn.
Bevat het boek dan alleen maar illustratiemateriaal, ''plaatjes bij praatjes''? Verre van dat. De volumineuze
kern is het geschiedverhaal in woorden. Bijnen steunt daarbij op de bestaande historische literatuur over de
gemeente en op originele historische bronnen. Ook wat deze literatuur betreft is het boek een handzaam
instrument. Wie wil weten, wat er zoal over de gemeente en haar oude kerkdorpen geschreven is, vindt in
Bijnens pennenvrucht alles van zijn gading.
Hier schuilt wel een probleem voor welke auteur dan ook die zich aan het schrijven van een lokale geschiedenis
van enkele duizenden jaren zet. Lange perioden zijn slechts moeilijk benaderbaar omdat lang niet alles ervan in
de bestaande historische literatuur beschreven is. Maar ook en vooral omdat uit vele eeuwen slechts spaarzame
schriftelijke of archeologische bronnen bewaard zijn gebleven, met name uit pre- en protohistorie en uit de
vroege Middeleeuwen tussen het einde van het Romeinse gezag en de eerste vermeldingen van de namen van de
kerkdorpen. Maar ook laat de beschikbare historische literatuur zelfs over de meer recente perioden gehele of
gedeeltelijke leemten in onze kennis. Bijvoorbeeld over oude en nieuwe economische bestaansbronnen van
landbouw, nijverheid en dienstverlening of van de lokale bevolkingsontwikkeling. Een auteur die het lange
historische verhaal min of meer ononderbroken aan het lezersoog wil ontvouwen, zal ons met vaardige hand
langs deze onbekende hoeken en gaten moeten leiden. Hoewel dus lang niet alles kon worden opgevuld, biedt
Bijnens boek ons een samenhangend panorama. Hij of zij die het boek leest en de kaartjes, foto's en
afbeeldingen tot zich neemt, draagt voortaan in elk geval weet van de grote lijnen, etappes en contouren van de
geschiedenis van Veldhoven.
Gaat het boek dan alleen met de grote stappen en het tempo van de zevenmijlslaars door de geschiedenis heen?
Dat is het niet geworden. Waar mogelijk zoekt Bijnen ook naar het saillante detail van situaties en van
opvallende personen. Ik noem de fabrieken en hun eigenarenondernemers van de negentiende en twintigste
eeuw, de namen van pastoors en burgemeesters, de wederwaardigheden van oorlogen inclusief Wereldoorlog
II, de fusie in 1921 van de voormalige gemeenten Veldhoven-Meerveldhoven, Zeelst en Oerle tot een nieuwe
gemeente Veldhoven. Van de ''tragere'' ontwikkelingen noem ik de economische bestaansbronnen landbouw en
nijverheid en de moderne verdichtingen van bevolking, economie en huizenbouw. Interessant is de deelname
van Veldhoven aan de nieuwe industriële ontwikkeling sinds einde negentiende eeuw, direct in de gemeente zelf
of indirect in Eindhoven.
Belangwekkend zijn ook de vormen van het lokale openbare bestuur en politiek sinds
de Middeleeuwen tot en met die van de staatsvorming en staatsvormen van ons koninkrijk. En dan natuurlijk
door al deze eeuwen heen het religieuze en kerkelijke leven inclusief de achterstelling van de katholieken sinds
de Reformatie van de zestiende en zeventiende eeuw en het wedervaren van de kleine protestantse minderheid.
En er wordt, niet te vergeten, eer betuigd aan wie deze eer toekomt: aan Bijnens lokale geschiedbeoefenende
voorgangers, onder meer meester Cornelis Rijken. Een der nazaten van deze Rijken was aanwezig toen op 14
september 2005 het boek werd aangeboden aan de nu regerend burgemeester, drs. G.J.M. Cox.